Zingeving op het werk: “We moeten de zin maken”
“In onze tijd is de zin niet meer gegeven, we moeten de zin maken”, zegt journalist en zingevingsexpert Peter Henk Steenhuis. Vijf vragen over zingeving op het werk.
Zingeving. Dat is best een lastige term. Wat versta je eronder?
“Voor een redacteur filosofie van dagblad Trouw is zingeving een belangrijke term. Maar inderdaad, ook een lastige term. Veel artikelen over zingeving vind ik vaag, zeurderig. Ik had ook een beetje een afkeer van de term, totdat ik er met voormalig Denker des Vaderlands René Gude over sprak. Hij keek goed naar de betekenis van het woord ‘zin’. Eigenlijk, zei hij, zijn er vier betekenissen van het woord ‘zin’. De eerste noemde hij het zinnelijke (Z1) het lekkere, het lijfelijke aspect, het lustvolle. De tweede het zintuiglijke (Z2), het esthetische. De derde het zinrijke (Z3). Gude: ‘We ervaren zin, doordat we volzinnen maken, in staat zijn te verwoorden wat we beleven, ervaren, maken, doen. Dit is de meest letterlijke vorm van zingeving door betekenisgeving.’ Als laatste onderscheiden we het zinvolle (Z4), dat je bijvoorbeeld achter de doelstelling staat van de ondernemingen waar je werkt.
Toen Gude de term zo ontleed had, begon ik me wat te schamen: ik ben opgeleid tot neerlandicus, en had in die 25 jaar dat ik bij de krant werk best eens goed naar dat woord kunnen kijken. Nu weet ik dat zingeving helemaal niet abstract hoeft te zijn, dat het in plaats van een lastige een bruikbare term is waarmee je op de werkvloer aan de gang kunt. En dankzij deze vierdeling kun je op je werk ook echt aan de slag met zingeving, je kunt er iets aan veranderen, daarom spreken wij van ‘ambachtelijk zingeven’.”
In je columns en boeken pleit je voor zingeving op de werkvloer. Je bent zelfs de stichting Werk verZetten begonnen om deze boodschap te verspreiden. Waarom is zingeving op het werk zo belangrijk?
“De eerste keer dat ik Gude hoorde spreken over ‘ambachtelijk zingeven’ was op 18 december 2013 toen hij in het Amsterdamse debatcentrum De Balie met de Belgische psychoanalyticus Paul Verhaeghe over depressie sprak. Uitgangspunt was dat deze ziekte binnen tien jaar volksziekte nummer één zal zijn. Verhaeghe stelde die avond dat stress de voornaamste veroorzaker is van psychische problemen. En werk, zo voegde hij eraan toe, is bij ons de grootste veroorzaker van stress. Interessant is dat Verhaeghe, bekend van zijn prachtige boek Identiteit, zei dat deze stress geen psychologisch probleem is waar je individuen vanaf kunt helpen, maar een maatschappelijk probleem. Het gaat hierbij om de vraag hoe wij, collectief, onze werkomgeving, met alles erop en eraan, hebben ingericht. Gude stelde die avond dat het probleem waar Verhaeghe over praatte een zingevingsprobleem is. Gude: ‘Als een samenleving, zelfs van mensen die het goed met elkaar voor hebben, niet als vanzelf een bestemming vindt, dan dienen zin, betekenis en doel collectief ter hand genomen te worden.’
We hebben een poging ondernomen samen zingeving op de werkvloer aan te pakken. Maar zoals Gude zei: ‘Henki, we hebben een strakke deadline.’ Gude was ziek, hij leed aan botkanker en heeft de deadline niet gehaald: hij overleed in maart 2015. Dankzij steun van Instituut Gak heb ik het stokje later kunnen overnemen, ben een journalistiek onderzoek gestart naar de bruikbaarheid van deze vierdeling. Dat resulteerde in de boeken Werk verZetten en Ambachtelijk zingeven.”
Onze grootouders spraken eigenlijk nooit over zingeving en werk. Hoe komt het dat het thema juist nu zo speelt?
“Voor onze grootouders was de zin in het leven veel meer gegeven dan voor ons. Voor gelovigen lag het doel van hun leven in het leven hierna. Christenen noemden dat vaak de hemel. Door goed te doen, door anderen te helpen, door hard te werken, zou je je plaats in dat hiernamaals kunnen veiligstellen. Je zou kunnen zeggen dat de hemel vorige eeuw naar beneden is gekomen: doordat we niet meer in het hiernamaals geloven, zijn ook de doelen van ons leven uit zicht geraakt. Neem het woord ‘roeping’, je hoort het zelden nog iemand gebruiken. In onze tijd is de zin niet meer gegeven, we moeten de zin maken. In tegenstelling tot onze grootouders moeten wij zelf aan de bak.”
Wat kunnen we doen om tot zinvol werk te komen?
“Er wordt tegenwoordig veel gesproken over geluk op je werk. Ik vind dat geen bruikbare term. Geluk is iets wat je overkomt, soms even. Het is een term vergelijkbaar met gezelligheid. Je kunt geen gezellig feest organiseren, je kunt de voorwaarden scheppen in de hoop dat het gezellig wordt. Iets vergelijkbaars geldt voor geluk. Zin is een bruikbaardere term, daar kunnen we aan werken, op verschillende manieren.
Ik denk dat iedereen zich hiervoor verantwoordelijk zou kunnen voelen. Ik geef een voorbeeld. Onze ideeën over ambachtelijke zingeving zijn opgepikt door de HAN, de Hogeschool Arnhem Nijmegen. Zij hebben nu een project gestart, ‘Geen winst meer te behalen’, over de terugkeer van kankerpatiënten op de werkvloer. Dat gaat nog niet makkelijk. Kijk alleen al naar de prikkelrijke omgeving waarin werknemers vaak moeten werken en waarmee patiënten moeite hebben. Daar valt, als we dat willen, vrij makkelijk wat aan te veranderen. Dat past binnen de tweede categorie van Gude, de zintuigelijke variant van ambachtelijk zingeven.”
De antropoloog David Graeber heeft eens gezegd: “Er bestaat geen objectieve maat voor de sociale waarde van werk, maar als alle vuilnismannen of verplegers plotseling zouden verdwijnen, dan merken we de catastrofale gevolgen direct.” Bij veel andere banen is het nut niet zo duidelijk. Veel werknemers fluisteren zachtjes dat hun eigen baan eigenlijk geen bestaansrecht heeft. Is in de huidige arbeidsmarkt zinvol werk wel voor iedereen haalbaar?
“Bij de trainingen die ik geef, gaat het vaak over de sociale waarde van werk, zoals Graeber dat noemt. We hebben veel gesproken met medewerkers uit de zorg en het onderwijs. En wat er allemaal in die sectoren ook mis kan zijn – werkdruk, werkomgeving, beloning – zij kunnen allemaal uitstekend verwoorden waarom ze doen wat doen. De zinvolheid van hun werk, wat wij Z4 noemen, staat niet ter discussie. Heel anders is dat in de bankwereld. Ik heb bankiers gesproken die op feestjes niet meer durven vertellen wat ze doen.
Nee, ik kan me voorstellen dat in de huidige arbeidsmarkt niet voor iedereen zinvol werk haalbaar is. Een bankier die ontdekt niet meer achter de doelen van zijn werk te staan, heeft wel iets belangrijks ontdekt voor zijn verdere leven. Als hij niet van beroep kan switchen, wat wij trouwens ook niet snel zullen bepleiten, kan hij wel proberen bij een bank in dienst te treden die andere doelen nastreeft.
Ik heb ook een bankier gesproken, die vier dagen is gaan werken en nu een dag per week Nederlands als tweede taal geeft aan vluchtelingen. ‘Mijn werk vind ik leuk maar niet direct zinvol, door de combinatie met het lesgeven vind ik mijn leven nu wel weer zinvol.’ Door aan ambachtelijk zingeven te doen, kun je ook een tekort ontdekken, wat je op een andere manier kunt compenseren. Dat is het mooie van ambachtelijk zingeven: wij denken niet dat zin een gegeven is, geen fait accompli, je kunt er dagelijks mee aan het werk. Op het werk.”
Biografie Peter Henk Steenhuis
Peter Henk Steenhuis (1969) is parttime filosofieredacteur bij dagblad Trouw. Hij studeerde Nederlandse taal- en letterkunde en filosofie aan de Universiteit van Amsterdam. In 2015 publiceerde hij samen met toenmalig Denker des Vaderlands, René Gude, het kunstboek Door het woord / door het beeld. In 2016 publiceerde hij het boek Werk verZetten. Ook verscheen er een kaartspel, dat dankzij tientallen praktijkvoorbeelden spelers inspireert en aanmoedigt het gesprek over hun zin in werk aan te gaan. Onlangs publiceerde Steenhuis een bundel columns over Ambachtelijk Zingeven. (Foto: Marcel Prins)